De verbindende schoolcultuur
door Harry Lamberink
“De verbindende schoolcultuur”, een advies van de Onderwijsraad, wil scholen met een multiculturele leerlingenpopulatie helpen te komen tot een schoolcultuur die de leerlingen verbindt. Deze scholen zijn volgens de Raad bij uitstek geschikt om te fungeren als voorloper op het gebied van integratie. Maar volgens de Raad hebben ook scholen met een meer homogene leerlingenpopulatie hierin een opdracht. De Raad is zich er van bewust dat het hier gaat om een complex vraagstuk waarvoor geen gemakkelijke antwoorden of blauwdrukken bestaan.
Drie strategieën
De Onderwijsraad onderscheidt drie strategieën om met een multiculturele leerlingenpopulatie om te gaan. Een eerste groep scholen richt zich op de toekomst, in plaats van op de herkomst en legt nadruk op het gezamenlijke. De etnische verschillen, de culturele of religieuze achtergronden van de leerling blijven onbesproken. Immers: we zijn allemaal Nederlanders en etniciteit is niet relevant. In de VS heet dat colorblindness. Een dergelijke school ontwikkelt dus geen specifiek beleid waarin de etniciteit van leerlingen wordt verdisconteerd. De school legt de focus op talentonwikkeling, rechten en plichten, verantwoordelijkheid van elke leerling. De school sluit aan bij algemeen aanvaarde normen en waarden, zoals ze te vinden zijn in de Rechten van de mens, in de Nederlandse wetgeving. In deze algemeen aanvaarde normen vinden deze scholen dan het gezamenlijke refentiekader voor leerkrachten en leerlingen.
Een school die de tweede route volgt stelt diversiteit juist centraal. Deze school benoemd juist wel de culturele achtergrond van de leerlingen en staat zich er op voor dat de leerlingenpopulatie gemengd is, dat er sprake is van culturele en religieuze diversiteit. De school maakt diversiteit tot handelsmerk. Er is op school veel aandacht voor alle levensovertuigingen, echter zonder dat de school één ervan tot eigen uitgangspunt maakt. In deze strategie worden geloofsbeleving en cultuur positief gelabeld.
Een school die de derde route volgt gaat uit van een sterke en heldere eigen identiteit en maakt religie tot bindmiddel. De school zoekt naar overeenkomsten tussen de verschillende culturen en religies en maakt verschillen bespreekbaar. De drie strategieën worden neutraal naast elkaar gepresenteerd.
Aanbevelingen
De onderwijsraad adviseert scholen zich actief bezig te houden met de schoolcultuur, deze te onderzoeken en bewust te beïnvloeden. Dat kan door in verhalen, symbolen en rituelen de “gewenste” cultuur uit te dragen en zo een herkenbare school te worden. Met andere woorden, de onderwijsraad adviseert scholen werk te maken van hun eigen identiteit of profiel. Dat alles kan volgens de Raad alleen als er bestuurders en leidinggevenden zijn die, vanuit een heldere visie en een vaste wil, werken aan die herkenbare schoolcultuur en als de geëxpliciteerde waarden breed gedragen wordt. Een schoolidentiteit die niet gedragen wordt door het personeel blijft van papier. Maar daar wringt nu net ook de schoen in het advies.
Schoolcultuur
De onderwijsraad sluit, in haar definitie van cultuur, aan bij de opvattingen van de Amerikaanse antropoloog Clifford James Geerz. Deze in 2006 overleden antropoloog ziet cultuur als een geheel van betekenissen die een gemeenschap tot gemeenschap maakt. De betekenissen worden vaak uitgedrukt in symbolen en rituelen.
De symbolen helpen mensen de wereld om hen heen te begrijpen en daarin met elkaar samen te leven. Belangrijk in dit cultuurconcept is dat er sprake is van hiërarchie tussen de verschillende elementen van cultuur. Daarbij kan de metafoor van de uienschillen goed dienst doen. In de binnenste schil gaat het om de kern van de cultuur, het mensbeeld en de dieperliggende waarden. In de buitenste schillen gaat het om meer oppervlakkige cultuurkenmerken die ook gemakkelijk verschijnen en verdwijnen: verhalen, helden, rituelen en symbolen. Deze vormen als het ware de zichtbare uitingsvormen van het dieperliggend mens- en wereldbeeld.
Waar niet is..
Op veel scholen werken leerkrachten met zeer uiteenlopende levensbeschouwingen. Volgens de onderwijsraad is het dan mogelijk een schoolcultuur te bevorderen waarin gedeelde verhalen, rituelen en symbolen voor verbinding zorgen. Voor veel scholen zal er niet veel anders opzitten, maar overtuigend klinkt het niet.
Een cultuur waarin symbolen en rituelen niet steunen op een dieperliggend waardepatroon en op een samenhangend mens- en wereldbeeld, overtuigt niet.
Herkenbare identiteit
De conclusie kan niet anders zijn dan dat scholen die vanuit een herkenbare identiteit onderwijs verzorgen sterker staan als het gaat om het creëren van een sterke schoolcultuur. Immers deze school is in elk geval in staat om uiterlijke elementen van cultuur, zoals verhalen, regels, rituelen en symbolen e.d. rechtstreeks te verbinden aan het dieperliggend mens- en wereldbeeld en aan de dieperliggende waarden. Dat maakt de conventies die voor de school worden vastgesteld consistent en herkenbaar en daardoor meer overtuigend.
Om invloed te hebben op kinderen en jongeren – een de school moet dat willen – is authenticiteit en congruentie bij de identiteitsdragers erg belangrijk: want wat je zegt ben jezelf.