School heeft boodschap aan omgeving
door Harry Lamberink

Verantwoording wil zeggen “rekenschap afleggen  van je handelen”. Zo wordt het woord gebruikt in de discussie over Goed Onderwijsbestuur. Schoolbesturen leggen daarbij verantwoording af van hun doen en laten en van de onderwijsresultaten. Scholen zijn gewend zich te verantwoorden naar de Onderwijsinspectie. De inspectie kijkt of er sprake is van deugdelijk onderwijs. Zo zorgen we er in Nederland voor dat alle leerplichtige leerlingen goed onderwijs krijgen en dat het publieke geld goed wordt besteed.

Tot voor kort was het oordeel van de onderwijsinspecteur voor veel scholen erg belangrijk. Een beetje kort door de bocht: het rapport van de inspecteur vormde de kwaliteitsanalyse van de school. En het volgende bezoek was een spreekwoordelijke stok achter de deur. Daarnaast fungeerde de inspecteur nogal eens als gratis adviseur en sparringpartner.
 
Dat is afgelopen. We kennen nu proportioneel toezicht: de school krijgt het toezicht dat het verdient. Alleen als de school slecht presteert zit de inspectie er bovenop. Anders zie je nauwelijks nog. Nu is het schoolbestuur (het management) zelf aan zet is als het gaat om de onderwijskwaliteit.
 
Het komt er dan wel op aan dat het bestuur of het management de zaak op orde heeft.  Nu komt het er op aan het schoolbestuur haar zelfstandigheid waarmaakt:  dat er sprake is van een heldere visie op onderwijs, dat die visie wordt omgezet in daden en dat goed wordt onderzocht tot welke resultaten dit leidt. En eerlijk is eerlijk: niet alle schoolbesturen kunnen deze verantwoordelijkheid al voluit aan. Maar er verandert wel veel ten goede in dit opzicht. Scholen maken werk van hun onderwijsvisie en van kwaliteit.  En de overheid trekt zich terug op haar positie als extern toezichthouder.  
 
In het gesprek over goed onderwijsbestuur wordt ook gesproken over horizontale verantwoording. De gedachte is: niet de overheid houdt de scholen in de gaten, maar de burgers doen dat zelf. En verantwoording wordt niet afgedwongen maar behoort tot de basisverantwoordelijkheid van het bestuur. Met horizontale verantwoording wordt bedoeld dat de school naar allerlei betrokkenen in de maatschappelijke omgeving verantwoording aflegt van haar handelen. Hier ligt een goede gedachte achter, namelijk dat de school geen eiland is en dat school en omgeving boodschap hebben aan elkaar. Maar dat is iets anders dan verantwoording afleggen.  Alsof het schoolbestuur rekenschap moet afleggen naar het bejaardentehuis verderop in de straat of naar de bewoners van de wijk waarin de school staat. Dat is onzin.  Dat moet maar eens gezegd worden.  
 
Voor alle helderheid: Van schoolbesturen mag worden verwacht dat ze transparant functioneren. Van het bestuur mag de bereidheid worden gevraagd om uitleg te geven over haar visie, het beleid en de resultaten ervan. Daarover geen misverstand. Maar als het over rekenschap gaat dan ligt het niet voor de hand daarbij allerlei min of meer vage groepen of instellingen rond de school te betrekken. Verantwoording afleggen doe je aan de inspectie (overheid), aan je leden en aan de ouders. En over onderdelen van het beleid misschien naar het gemeentebestuur.
 
Toch is open contact van de school met ook andere betrokkenen van groot belang:  om van de bewoners in de straat of van anderen te vernemen welke vragen of klachten ze hebben aan het adres van de school. Het is een goede zaak dat die bewoners weten waar deze school voor staat.
 
Maar in dat geval kunnen beter spreken van “het goede gesprek” dan van verantwoording. Bij verantwoording speelt immers altijd ook de vraag naar bevoegdheid en eigenaarschap. Maar van wie is de school dan? Deze vraag wordt verschillend beantwoord.  In het christelijk onderwijs ter protestantse zijde worden de ouders vaak gezien als de “eigenaren” van de school. Het Sociaal Planbureau wijst daar ook op in haar publicatie ”De school bestuurd” van juli 2008. In dit onderzoek wordt een direct verband gelegd tussen de opvatting over het eigenaarschap enerzijds en die over verantwoording anderzijds.  Sommige schoolbesturen noemen de samenleving of het bestuur als “eigenaar” van de school. Bij de vraag tegenover wie de school zich moet verantwoorden, komen zij dan ook uit bij de samenleving. Maar wie of wat is de samenleving.  Het proces van verantwoorden kan gemakkelijk verzanden omdat het aantal potentiële betrokkenen onbegrensd is.
 
Laten scholen het goede gesprek voeren met relevante groepen of instellingen die zich binnen de horizon van de school bevindt. Dat geeft de school demogelijkheid om in te spelen op de ontwikkelingen rondom weet de samenleving rond de school wat ze aan de school heeft. Laten we de ballon, die horizontale verantwoording heet, maar gewoon doorprikken.
Scroll naar boven